De CC 2800-1 is ontwikkeld op basis van de CC 2000 uit de jaren 80 en was in de loop der jaren verfijnd, ontwikkeld en uitgerekt voor zover het mogelijk was. In het proces werden meer dan 300 eenheden geleverd, waardoor het een van de meest populaire succesvolle grote rupskranen ooit gebouwd werd. De CC 2000 en zijn opvolgers zetten Demag – later Terex Cranes – stevig op de grote-rupskraan kaart.
Van Demag naar Terex, naar Tadano
De zeer rijke geschiedenis van het Duitse merk Demag, een afkorting van 'Deutschen Maschinebau A.G.', gaat terug tot 1890. Naast het roemrijke merk Gottwald, zou Demag uitgroeien tot een van de belangrijkste kraanfabrikanten ter wereld. In 1973 lanceerden ze de succesvolle TC 1200, een autolaadkraan van 250 ton met vakwerkmast. Drie jaar later introduceerden ze een rupsversie, de CC 1200. In de loop der jaren evolueerde de CC 1200 via 300-tons CC 2000, 400-tons CC 2400- en 500-tons CC 2600 naar de 600-tons CC 2800 in 1998.
In 2002 werd het Amerikaanse bedrijf Terex eigenaar van Demag. Al snel werden verschillende nieuwe modellen aangekondigd. Hoewel de CC 2800 eigenlijk 'perfect' was, besloot Terex hem nog diverser te maken en doopte hem tot de CC 2800-1. Pas in 2019, toen het Japanse bedrijf Tadano de overname van Demag van Terex aankondigde, werd snel een CC 2800-2 gepresenteerd. Dit betekent dat de CC 2800(-1) al meer dan 20 jaar deel uitmaakt van het assortiment
Ontelbare configuratiemogelijkheden
Een van de dingen die de CC 2800(-1) zo succesvol maakten, waren de bijna ontelbare configuratiemogelijkheden. Naast de hoofdmast uitvoering 'S' was er ook het 'Super-Lift' aanbouwdeel 'SSL' waarmee het laadmoment verder kon worden vergroot. Deze uitvinding, daterend uit 1975, bestaat uit een backmast met daaraan bevestigd extra contragewicht op een grondplaat of op een wagen. Voor hoger werk kan in beide uitvoeringen, respectievelijk de 'SW' en 'SWSL' configuratie, een beweegbare jib gemonteerd worden.
Door de jaren heen is, naast de basisconfiguraties, de 'S-7 tuning set' met zware mastdelen goed voor een verhoging van het lastmoment in het middenbereik met maar liefst 24%. Voor windturbines en de installatie van kolommen in de petrochemische industrie is een korte vaste jib ontwikkeld, de 'VL' (Vessel Lifter'), de 'SFVL'. Ook was er keuze uit giekkoppen en langere vaste jibs. De mogelijkheden gaan echter nog verder met zware en lichte giekdelen evenals de mogelijkheid om de beweegbare jib in een bepaalde vaste hoek ten opzichte van de hoofdmast te zetten, de "SFSL".
Meer dan 300 eenheden geleverd
Deze lange geschiedenis van succes resulteerde in een verbazingwekkende line-up van klanten. We lichter er hieronder enkelen uit:
Ainscough, VK
Franz Bracht, Duitsland
Felbermayr, Duitsland
Havator, Finland
Mammoet, Nederland
Mediaco, Frankrijk
Nordic Crane, Zweden
Sarens, België
Wiesbauer, Duitsland
Yew Choon, Singapore